Herbestemming Isabellakazerne wordt burgerinitiatief

Vught – Met het zetten van een handtekening onder de intentieverklaring is het initiatief over de herinrichting van de Isabellakazerne officieel overgedragen. Het is nu geen politiek initiatief van D66 Vught meer, maar een burgerinitiatief met Floris van Puijenbroek en Jan Snelders als vaandeldragers.  De volgende stap is het ontwikkelen van een visie welke op veel draagkracht moet gaan rekenen in de regio.

Door: Bram Coppens

Na het vertrek van het asielzoekerscentrum heeft D66 Vught het initiatief opgepakt om een herbestemming voor het terrein van de voormalige Isabellakazerne te vinden. Zij riepen hierbij mensen op om met ideeën te komen en zochten daarbij een vaandeldrager die de kar van dit initiatief zou gaan trekken, opdat het een burgerinitiatief zou worden. Deze vaandeldragers zijn gevonden in de personen van Floris van Puijenbroek en Jan Snelders. Beide heren hebben ervaring in het inrichten van ruimte en het ontwikkelen van plannen. Samen gaan zij nu een visie ontwikkelen en roepen daarbij de hulp in van iedereen.

“We willen in elk geval de website www.isabellavught.nl doorzetten als plek waar mensen met ideeën kunnen komen, dit heeft namelijk al voor een enorme belangstelling gezorgd en er zijn nog steeds ideeën welkom!”, aldus van Puijenbroek. “Verder hebben we een plan ontwikkeld waarin een werkgroep, een regiegroep en een reflectiegroep zit, op deze manier kunnen alle mensen met allerlei belangen toch een rol spelen binnen de herbestemming”. Wel is het volgens van Puijenbroek belangrijk dat mensen met eigen belangen niet in de werkgroep gaan zitten, voor hen is de reflectiegroep. Zo wil men er voor blijven zorgen dat de herbestemming een brede draagkracht in de regio blijft behouden. Al voor de zomer hopen alle betrokkenen met een duidelijke visie te kunnen komen waar vervolgens iedereen op in kan haken, maar ook nu al kan iedereen die hier aan mee wil werken zich aanmelden. Er worden nog steeds mensen gezocht.

 Gepubliceerd in weekblad regio ‘s Hertogenbosch

Tonpraten in Cromvoirt een groot succes!

DSCI0205

Cromvoirt – Op 18 en 19 januari is het tonpraten in Kneutergat weer een groot succes gebleken.  Zes lokale tonpraters, aangevuld met een aantal sketches, zorgden voor twee uitverkochte avonden vol humor en plezier. Het evenement leeft en laat zien waar een klein dorp groot in kan zijn.

Door Bram Coppens

“Wat de helft van zeven vier-achtste kilo is? Dat is natuurlijk zeven vier-achtste pond”, zo weet Joop Post, gespeeld door Johan Witlox, ons te vertellen. Het is één van de vele grappen die de lachspieren van de volle zaal weet aan te spreken.  Alle tonpraters zijn dan ook erg tevreden over hun optredens op deze avonden. “We hadden een goedlachse zaal en we spelen natuurlijk in dienst van het publiek”, aldus tonpraatster Mariëlle Cales.

Gezelligheid
Een winnaar wordt niet gekozen, alle tonpraters zijn gelijk. Gezien de kwaliteit zou een uiteindelijke winnaar kiezen dan ook erg moeilijk worden. Martin Schapendonk, welke als Tinus de Wonderdokter de spits moest afbijten, weet te vertellen dat het enige doel is om een leuke avond neer te zetten. Dat dit de insteek is, is dan ook aan alles te merken. In zowel de voorbereidingen als de uiteindelijke avonden is het gezelligheid wat de boventoon voert. “Ik blijf dit doen zo lang als ik het leuk vind en we zijn een gezellige club dus dat komt wel goed!”, vertelt tonprater Bart van Kuijk. Dat het een leuke club is blijkt wel uit de carrière van tonprater Hans van Esch, welke dit jaar voor de 20e keer in de ton stond en het nog altijd met zichtbaar veel plezier doet. Hierdoor heeft ook zijn vrouw, Marianne van Esch, vorig jaar de stap gezet om te gaan tonpraten.

Sketches
De tonpraatavond wordt aangevuld met een aantal sketches. Deze sketches zorgen voor een aangename en humorvolle omlijsting van het tonpraatconcept. Gespeeld door carnavalsverenigingen van jongeren uit het dorp laten deze sketches de betrokkenheid van jeugd uit Cromvoirt zien. “De goede sfeer maakt dat we elke keer terugkomen en als je sketch goed werkt geeft dat gewoon een kick”, weet Ine van Rooij van CV ‘Hedde Nog Wa’ te vertellen.  De voorzitter van stichting de Kneuters, Gerard Vorstenbosch, mag dan ook samen met heel Cromvoirt terugkijken op twee geslaagde avonden.

 Gepubliceerd in: Weekblad Regio ‘s Hertogenbosch

Ik was eigenlijk geen kind meer

Als overlevende van de kampen Vught, Westerbork, Auschwitz en Buchenwald spreekt de 85-jarige Ernst Verduin op 20 november tijdens de lampionnentocht in Vught als gastspreker. Op deze dag van de rechten van het kind wordt met deze tocht het kindertransport van juni  1943 herdacht. Een transport waar de heer Verduin, met geluk, geen slachtoffer van was.

Door Bram Coppens

De lampionnentocht in Vught is ter nagedachtenis aan het kindertransport van 1943 uit Vught. Wat vindt u van dit initiatief?
Dit vind ik een goed initiatief.  Het is belangrijk dat dit soort herdenkingen georganiseerd worden, zeker omdat de tocht door kinderen gelopen wordt. Er moet altijd verteld blijven worden wat discriminatie met je doet, want discriminatie is nog altijd actueel. Denk bijvoorbeeld aan de Roma in Oost-Europa. Ik probeer hier zoveel mogelijk aan mee te helpen door het vertellen van een persoonlijk verhaal. Voor kinderen, maar eigenlijk voor iedereen, is dit belangrijk, omdat het iets is waar ze zich mee kunnen verbinden. De geschiedenisles op school is vaak te algemeen.

Wat doet het met je om als kind in een kamp te moeten leven?
In de eerste plaats wil ik hierover zeggen dat ik eigenlijk geen kind meer was. Dit kwam door alles wat je al gehoord had. Ik kwam uit een gezin met een moderne opvoeding en ik mocht dan ook overal bij zijn. Daarnaast had ik al veel van de oorlog meegemaakt. Bij kennissen merkte ik op dat de huiskamer ineens korter was. In de geheime ruimte erachter was illegale zendapparatuur geplaatst. “Mondje dicht Ernst”, kreeg ik dan te horen. Vanaf het moment dat we opgepakt waren zei mijn vader dan ook, “vanaf nu ben je op jezelf aangewezen, we zullen wel uit elkaar gehaald worden”. Tot onze verbazing gingen we niet naar Westerbork, maar naar Kamp Vught. Er was daar een slecht georganiseerde keuken, te weinig eten, ondrinkbaar drinkwater, een riool dat niet op orde was en er waren bevroren waterleidingen. Daar heb ik geleerd wat honger was. De enige reden dat ik dit heb kunnen verdragen was mijn geharde opvoeding. Ik was inmiddels wat gewend.

Wat weet u nog van het kindertransport in juni 1943?
Het lijkt alsof ik de herinnering van het kindertransport uit mijn geheugen verbannen heb.  We wisten namelijk dat de weggevoerde kinderen vergast gingen worden, omdat een SS-er was geweest die letterlijk vertelde wat je te wachten stond in Auschwitz-Birkenau. Hij vertelde ook dat vergassen lang duurde, het duurde soms wel 20 minuten voordat je stierf. Je kon het zelfs overleven, maar dan werd je alsnog doodgeknuppeld. Later bleek dat de enige reden dat ik niet met dat transport mee hoefde was dat ik in dezelfde maand als het transport 16 werd, dan hoefde je niet mee. Op 9 juni 2012 is hiervan op Kamp Vught nog een herdenking, waarvoor ik iedereen uitnodig die bij te wonen.

Later bent u alsnog via Westerbork naar Auschwitz getransporteerd. Hoe is dit alsnog gekomen?
In september 1943 moesten mijn zuster Wanda en ik naar Polen, ondanks het feit dat mijn moeder één van de drie kampleidsters in het Joodse vrouwenkamp was en dus enige invloed had. Bij het afscheid vertelde onze moeder dat het de wraak van een SS-er was, omdat mijn moeder zijn avances geweigerd had. Mijn vader was in Vught barakleider in het Joodse mannenkamp maar was toen al overgeplaatst naar een sub-kamp bij Venlo en heeft hier dan ook niets tegen kunnen doen.